terug

Zaaidiepte

Wat is de optimale zaaidiepte?

De juiste zaaidiepte is afhankelijk van uw regio en uw bodemstructuur. Het is belangrijk dat de bietenpil op vochtige grond terechtkomt, dat wil zeggen dat deze in contact is met het grondwater. Onder deze voorwaarde geldt: zo diep als nodig, zo ondiep als mogelijk.

Speciaal voor zaaimachines met vingerdrukrollen moet de zaaidiepte en de bedekkingsdiepte worden bepaald. Hoewel de machines de mogelijkheid hebben om de pillen relatief diep te leggen, bedekken ze maar met een beetje grond.

Het ideale geval is een grond die al op een diepte van 1,5 tot 2,5 cm voldoende vocht heeft voor het ontkiemen van het zaad. In dit geval kunnen de zaden op deze diepte worden gezaaid. Als de zaailing op een diepte van 1,5 cm wordt geplaatst, is het pad dat de zaailing moet afleggen naar de oppervlakte erg kort. Als het zaad doorbreekt zijn er nog energiereserves uit het zaad beschikbaar, die de suikerbiet direct kan omzetten in extra groei.

Hoe lichter en droger de grond is, hoe dieper u het zaad moet leggen, tot een maximale diepte van 4 cm. Op kleiachtige en slibrijke bodems die de neiging hebben om dicht te slibben moet u het zaad op slechts 1 tot 2 cm diep leggen, zodat de zaailing kan doordringen door de korst.

Wat gebeurt er als ik het zaad te ondiep leg?

In het ergste geval zal de ontkieming mislukken. Tussen de grove kruimels van de bovenste bodemlaag liggen de bietenpillen gedeeltelijk bloot en missen daardoor het vocht voor de ontkieming. Als de ontkieming toch door neerslag wordt geactiveerd, bestaat nog steeds het risico dat de zaailingen uitdrogen als er geen contact met de grond tot stand komt.

Hoe langer de bietenpillen blootliggen zonder dat ze ontkiemen, hoe groter het risico dat ze openbarsten en opgegeten worden door de veldwoelmuis. De veldwoelmuis eet alleen droog bietenzaad.

Wanneer het zaad te ondiep is gelegd of wanneer het zaaibed te grof is voorbereid zijn er nauwelijks mogelijkheden om dit achteraf te 'repareren'; het is dus erg belangrijk om aandacht te besteden aan het inzaaien. In dergelijke gevallen overwegen veel boeren om een geschikte wals te gebruiken om het gebied te bedekken. Hierdoor stijgt het capillaire water niet naar het oppervlak van de bodem, maar wordt de structuur aan de oppervlakte fijner. Hierdoor worden kleine hoeveelheden neerslag (ca. 3 tot 5 mm) beter opgenomen door de bodem en zijn ze beschikbaar voor de zaailing. Bij grotere hoeveelheden neerslag (>10 mm) neemt het gevaar van verzanding echter sterk toe. Walsen na het inzaaien is daarom een absolute noodmaatregel die moet worden vermeden. Het kan in uitzonderlijke gevallen nuttig zijn, vooral na vorstvrije winters op kleiachtige/dichte gronden met een slechte structuur.

Wat gebeurt er als ik het zaad te diep leg?

Hoe dieper het zaad wordt gelegd, hoe langer de groeiende zaailing wordt blootgesteld aan bodemziekten en -plagen tot deze aan de oppervlakte komt. De kans op infectie, rot en vraatschade neemt toe.

De weg naar de oppervlakte kost ook veel energie, die niet later kan worden omgezet in groei van de plant. Tot de bladeren zich ontwikkelen en er voldoende fotosynthesevermogen is, blijft de suikerbiet erg zwak en kwetsbaar.

Het hogere risico van diep inzaaien moet alleen worden overwogen als er alleen in deze bodemlaag voldoende vocht voor ontkieming aanwezig is.

Calculator Blader door de vacatures Quiz Quiz