Rhizoctonia (Rhizoctonia solani) is een schimmel die wereldwijd veel voorkomt. Verschillende groepen van de rhizoctoniaschimmel (anastomosegroepen) veroorzaken schade aan suikerbieten, maar ook aan aardappelen, granen, koolzaad, maïs, soja, enzovoort.
Een nauwe volgteelt van suikerbieten, schade aan de structuur van de bodem en een hoge bodemvochtigheid bevorderen de ontwikkeling van rhizoctonia. Ook grote hoeveelheden niet verrotte organische stof (maïsstro) kunnen de besmetting met rhizoctonia versterken. Een andere voorwaarde die de plaag bevordert is zware regenval (beregening) in combinatie met hoge temperaturen.
De symptomen van rhizoctonia kunnen gemakkelijk worden verward met Ditylenchus dipsaci, gordelschurft en boortekort.
Het opbrengstverlies als gevolg van de rhizoctonia-aantasting kan in de suikerbietenteelt sterk variëren. Zelfs een lichte aantasting kan een sterke daling van het suikergehalte en de kwaliteit veroorzaken. Afhankelijk van het tijdstip van besmetting en de grootte van het aangetaste bietenareaal kunnen de verliezen in de bietenopbrengst in extreme situaties zelfs meer dan 50% bedragen.